Anouk Sangen promoveerde op 5 juli
2019 rond 'unilaterale doofheid bij kinderen'
Op 5 juli 2019 verdedigde Anouk Sangen met succes haar proefschrift verdedigd over 'unilaterale doofheid: consequenties voor de taalontwikkeling en interventie met een cochleair implantaat op jonge leeftijd' aan de KULeuven. Rond deze topic is vandaag de dag veel te doen. Welk advies moeten begeleiders geven aan ouders van een baby met unilaterale doofheid? Is extra spraak- en taalstimulatie voldoende of zou een cochleair implantaat aan het dove oor tot beter resultaten leiden?
Wij geven hier de Nederlandse samenvatting even weer, zoals ze in haar proefschrift verscheen:
Voor kinderen met eenzijdige doofheid (single sided deafness, SSD), een congenitaal, (zeer) ernstig sensorineuraal eenzijdig gehoorverlies ≥ 80 dB HL, bestaat er geen standaard behandeling. Het wordt echter algemeen erkend dat deze kinderen directe en indirecte gevolgen ondervinden van het eenzijdige sensorische gemis. Het algemene doel van het huidige doctoraatsonderzoek was tweeledig.
Ten eerste wilden we bijdragen aan de kennis over de moeilijkheden die kinderen met onbehandelde SSD ervaren met betrekking tot neurocognitieve vaardigheden en gehoorcapaciteiten in het dagelijks leven. We hebben ons specifiek gericht op een gedetailleerd inzicht van ervaren taalmoeilijkheden, wat nog niet bekend was in de literatuur.
Het tweede doel was het opzetten van een longitudinale studie naar de effectiviteit van cochleaire implantatie als een mogelijke behandeling voor zeer jonge kinderen met SSD. Dit is de enige behandeloptie die, indien op jonge leeftijd gestart, mogelijk het binauraal horen gedeeltelijk zou kunnen herstellen, omdat het cochleair implantaat geluid opvangt aan de aangedane zijde en overbrengt naar de hersenen door middel van electrische stimulatie van de gehoorzenuw. Onderzoek is nodig te bepalen of dit daadwerkelijk mogelijk is, zodat in de toekomst passende revalidatie geboden kan worden aan kinderen met SSD.