Dorien Ceuleers promoveerde aan de Universiteit van Gent over 'Het AVC²-I project: Auditieve,
Visuele en Cognitieve vaardigheden met betrekking tot het voordeel van een cochleair implantaat'.
Een cochleair implantaat (CI) is de meest voorkomende interventie voor personen met een ernstig tot zeer ernstig gehoorverlies. Er is echter nog een grote variatie in de resultaten op vlak van spraakverstaan met CI. Sommige CI-gebruikers halen zeer goede scores voor spraakverstaan na implantatie, maar sommige anderen ondervinden toch nog moeilijkheden, voornamelijk op vlak van bijvoorbeeld spraakverstaan in achtergrondlawaai. Deze variatie wordt meestal toegeschreven aan auditieve factoren (bv. oorzaak en duur van het gehoorverlies en het restgehoor, gebruik van hoortoestellen voor implantatie etc.). Echter, recent onderzoek suggereert dat deze variatie niet alleen door perifere auditieve factoren wordt veroorzaakt. Spraakverstaan is namelijk een complex audio-visueel en auditief-cognitief proces, dat meer actieve verwerking vraagt dan het passief horen van geluiden. We gebruiken hiervoor dus ook visuele informatie (bv. spraakafzien) en zetten verschillende cognitieve functies (bv. werkgeheugen, aandacht, verwerkingssnelheid, inhibitie) in om tot beter spraakverstaan te komen. Deze visuele en cognitieve functies zijn in het bijzonder belangrijk voor spraakverstaan wanneer het spraaksignaal verstoord wordt door achtergrondlawaai, of door de aanwezigheid van gehoorverlies en/of het luisteren via een CI. Daarbij zorgt de verhoogde behoefte aan meer cognitieve verwerking ervoor dat er meer mentale inspanning gevraagd wordt, wat wordt ervaren als luisterinspanning.
Het overkoepelende doel van dit doctoraatsonderzoek was dan ook om meer inzicht te krijgen in de complexiteit van spraakverstaan na cochleaire implantatie, met specifieke aandacht voor de bijdrage van auditieve, visuele en cognitieve vaardigheden. Daarvoor werden twee subdoelstellingen opgesteld: (1) het exploreren van de auditieve, visuele en cognitieve vaardigheden met betrekking tot spraakverstaan bij mensen met en zonder gehoorverlies, en (2) het evalueren van de evolutie van de auditieve, visuele en cognitieve vaardigheden na cochleaire implantatie. Hiervoor werd een uitgebreid testprotocol ontwikkeld en toegepast in een cross-sectionele en longitudinale studie.
De belangrijkste bevindingen van de verschillende studies in dit doctoraatsonderzoek waren:
-Normaalhorenden presteerden beter op zowel auditieve als cognitieve vaardigheden vergeleken met personen met gehoorverlies, ook wanneer de personen met gehoorverlies luisterden met hun hoortoestel en/of CI. Voor de (audio)visuele testen werden geen significante verschillen gevonden tussen normaalhorenden, hoortoestelgebruikers en CI-gebruikers voor spraakafzien, ondanks een significant grotere audiovisuele winst voor de hoortoestel- en CI-gebruikers.
-Over het algemeen werden (significante) verbeteringen gezien in de auditieve, visuele en cognitieve vaardigheden na cochleaire implantatie, alsook de levenskwaliteit verbeterde significant na implantatie en de luisterinspanning verminderde.
Deze inzichten benadrukken het belang van het evalueren van meer dan alleen auditieve factoren bij het beoordelen van de resultaten met CI. Ook de cognitieve en (audio-)visuele vaardigheden dienen in kaart te worden gebracht. Op basis van het huidige onderzoek wordt voorgesteld om auditieve revalidatie in de toekomst aan te passen aan de individuele auditieve, visuele en cognitieve vaardigheden, met als doel om de beste resultaten te behalen met CI voor alle belangrijke functies die gerelateerd zijn aan spraakverstaan.
Een uitgebreide Nederlandstalige samenvatting van haar proefschrift kun je hier downloaden.