'Luisteren, horen en inschatten van
verstaan: een actief samenspel'
Op de website van Hoorzaken.nl verscheen op 17 maart 2025 een boeiend artikel van René van der Wilk, over 'Luisteren, horen en inschatten van verstaan', wat een Nederlandse samenvatting is van het Engelstalige artikel: 'Metacognition in the listening brain van Obleser & Jonas in het tijdschrift 'Trends in Neurosciences, Volume 48, Issue 2, 100 – 112'.
Ons brein doet meer dan alleen geluid verwerken. Het denkt ook actief mee over hoe goed we in staat zijn te luisteren en hoe zeker we zijn van wat we horen. Wetenschappers noemen dit inschatten van het verstaan ‘metacognitie’ – ofwel: nadenken over je eigen luisterervaring.
Inschatten van de eigen luisterprestatie
Wanneer we een gesprek voeren of een geluid waarnemen, gebeurt er veel in onze hersenen. Die analyseren de binnenkomende informatie en vergelijken die met opgeslagen kennis en ervaringen. Zo probeert het brein een samenhangend geheel te maken van vaak onvolledige geluidssignalen. Tegelijkertijd schatten we ook in hoe zeker we zijn van wat we horen. Heb je iemand echt goed verstaan, of twijfel je? Die zelfevaluatie is een belangrijk onderdeel van luisteren.
Metacognitie bij horen: zelfreflectie in je brein
De onderzoekers spreken over metacognitie in het luisterende brein. Je bent je bewust van hoe goed je iets hebt gehoord. Bijvoorbeeld wanneer je in een druk café naar een gesprek luistert en denkt: ‘Ik hoorde het wel, maar weet niet zeker of ik het goed heb verstaan.’ Dan is je metacognitieve systeem aan het werk. Het brein beoordeelt dus niet alleen de geluiden, maar ook de mate van zekerheid of twijfel. Dat speelt vooral een rol in lastige luisteromstandigheden.
Samenwerking tussen hersengebieden
Uit de studie blijkt dat verschillende hersengebieden samenwerken bij deze luisterreflectie. De auditieve cortex verwerkt het geluid, terwijl de prefrontale cortex evalueert hoe betrouwbaar de waarneming is. Het brein checkt dus zichzelf. Bij twijfel past het de aandacht aan, focust beter of herinterpreteert wat er werd gezegd op basis van eerder opgeslagen informatie.
Zelfbeeld en werkelijkheid lopen uiteen
Voor mensen met gehoorverlies of auditieve verwerkingsproblemen is deze metacognitieve inschatting extra relevant. Zij horen minder goed, maar ook hun zelfinschatting kan verstoord zijn.
Overschatters
Uit een grote studie onder meer dan 1100 volwassenen bleek dat oudere mensen objectief slechter presteerden op een luistertaak. Toch gaven zij in vragenlijsten niet aan dat ze meer moeite hadden met luisteren. Ook onderzoek van WS Audiology toont aan dat slechthorenden zonder hoortoestel hun spraakverstaan vaak overschatten. Bij het gebruik van hoortoestellen nam deze discrepantie af.
Onderschatters
Aan de andere kant zijn er slechthorenden die juist onzeker blijven, ook al verstaan ze het gesprek wel goed. Ze twijfelen voortdurend aan wat ze gehoord hebben en onderschatten hun hoorcapaciteit, ook mét een hoortoestel of ander hoorhulpmiddel.
Discrepantie belangrijk aandachtspunt
Een onderschatting kan leiden tot onzekerheid, frustratie en stress. Een overschatting tot een vals gevoel van zekerheid. De discrepantie tussen wat het brein denkt te horen en wat het werkelijk verwerkt, is dus een belangrijk aandachtspunt bij gehoorverlies. Dit kan verklaren waarom mensen pas laat hulp zoeken, of waarom er luisterstress blijft, ondanks goede spraakverstaanbaarheid met een hoortoestel.
Bayesiaans luisteren: het brein berekent kansen
Het artikel veronderstelt dat het brein werkt volgens de Bayesiaanse kanstheorie. Dat betekent dat het niet alleen registreert, maar ook voorspellingen doet over wat er waarschijnlijk gezegd wordt – op basis van eerdere ervaringen en context. Vervolgens vergelijkt het brein de waargenomen input met die voorspellingen en stelt zijn interpretatie bij. Ook onze luisterzekerheid wordt op die manier berekend: hoe groter het verschil tussen de meest waarschijnlijke en alternatieve interpretaties, hoe zekerder we ons voelen.
Het Bayesiaanse metacognitieve model helpt verklaren waarom mensen met gehoorverlies hun luistervermogen overschatten. Hun brein baseert zich nog op oude aannames, terwijl de akoestische input inmiddels is verslechterd.
Training van luisterbewustzijn
De inzichten uit deze studie bieden ook kansen voor luistertrainingen. Het metacognitieve bewustzijn – het vermogen om te herkennen of je iets goed hebt verstaan – kan getraind worden. Apps of trainingen kunnen helpen om bewuster te luisteren en beter in te schatten wanneer extra ondersteuning nodig is.
Toepassing in hoorhulpmiddelen
Hoorhulpmiddelen zoals hoortoestellen en cochleair implantaten van de toekomst kunnen mogelijk inspelen op hoe gebruikers hun luisterprestaties ervaren. Gebruikers zouden via een app kunnen aangeven hoe goed ze iets verstaan. Op basis van die feedback leert het systeem welke situaties als moeilijk worden ervaren, ook al lijken de akoestische omstandigheden objectief goed.
Nieuwe hoorhulpmiddelen kunnen subjectieve ervaring combineren met objectieve meetdata. Zo ontstaat een gepersonaliseerd luisterprofiel dat niet alleen afhangt van de omgeving en audiometrische gegevens, maar ook van hoe iemand zijn luisterprestatie zelf inschat. Het apparaat kan zich daarop aanpassen.
Metacognitief luisterprofiel
Een dergelijk metacognitief profiel kan opgebouwd worden via feedback, gedragspatronen, zelfrapportage en objectieve data. Machine learning kan daaruit verbanden halen tussen waargenomen prestaties en zelfevaluatie. Op basis daarvan kunnen hoorhulpmiddelen gericht ondersteuning bieden en gepersonaliseerde suggesties geven via een app of interface.
Luisteren, horen en verstaan: een actief samenspel
Luisteren, horen en verstaan zijn nauw met elkaar verbonden in een actief samenspel van waarnemen en beoordelen. Het brein verwerkt geluid én reflecteert op de kwaliteit ervan. Meer inzicht in dit proces biedt aanknopingspunten voor betere ondersteuning bij gehoorproblemen – nu en in de toekomst.
Bron: Metacognition in the listening brain Obleser, Jonas; Trends in Neurosciences, Volume 48, Issue 2, 100 – 112