Middenoor implantaties: wie komt in aanmerking?
We kunnen stellen dat 3 groepen van slechthorenden in aanmerking komen voor een middenoorimplantaat:
1. Patiënten met een perceptief (=binnenoor) gehoorverlies die geen gewoon hoorapparaat kunnen dragen (bv bij chronische ontstekingen van de gehoorgang of allergie tegen oorstukken of hoorapparaat, of bij afwezigheid van de gehoorgang)
2. Patiënten met een geleidingsverlies (bv. Door problemen aan de gehoorbeentjes, chronische ontstekingen van de gehoorgang, allergie of bij afwezigheid van de gehoorgang). Bij personen met alleen een geleidingsverlies kan een beengeleidingstoestel (BAHA, Ponto) ook helpen, maar als er een perceptieverlies bij komt, zal een middenoorimplantaat tot betere resultaten leiden).
3. Patiënten met een gemengd gehoorverlies (zowel perceptief- als geleidingsverlies)
We moeten hier wel bij vermelden dat er grenzen zijn aan de versterking met een middenoorimplantaat. De meeste middenoorimplantaten zijn bruikbaar tot een gehoorverlies van 60-70 dB HL. Bij verliezen boven de 80 dB HL is alleen de DACS nog bruikbaar.
Bij volledige doofheid helpt een middenoorimplantaat niet en zorgt een cochleair implantaat voor betere resultaten.