Ellen Dries promoveerde op 16 maart 2023 met proefschrift
over het gebruik van het ICF-model bij volwassen CI-gebruikers
Op 16 maart 2023 promoveerde Ellen Dries aan de Universiteit van Antwerpen met een proefschrift over het gebruik van het Internationaal Classificatiesysteem (ICF) en het meten van de kwaliteit van leven bij volwassen CI-gebruikers.
De titel van haar proefschrift was in het Engels: "Implementation of the International Classification of Functioning, Disability and Health model and assessment of quality of life in cochlear implant recipients with acquired severe sensorineural hearing loss" en zij werd hierbij begeleid door de promotoren prof. G. Mertens, prof. V. Van Rompaey en em.prof. P. Van de Heyning.
We geven laten u hier kennis maken met dit proefschrift, begruik maken van de Nederlandse samenvatting van het proefschrift:
"Gehoorverlies is een groeiend wereldwijd probleem voor de volksgezondheid. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie lijden momenteel wereldwijd 1,56 miljard mensen aan gehoorverlies, wat neerkomt op ongeveer 20 procent van de wereldbevolking. Bovendien wordt verwacht dat dit aantal tegen 2050 zal stijgen tot 2,5 miljard mensen. Het meest voorkomende type gehoorverlies is perceptief gehoorverlies, dat wordt veroorzaakt door
schade aan het binnenoor en/of de gehoorzenuw als gevolg van bijvoorbeeld veroudering, blootstelling aan lawaai, hoofdletsels, enz. Perceptief gehoorverlies is in de meeste gevallen blijvend, aangezien er op dit moment geen medische behandeling of operatie bestaat om dit type gehoorverlies volledig te genezen of te herstellen. Hoortoestellen zijn momenteel de gouden standaardbehandeling voor perceptief gehoorverlies, maar sommige mensen hebben zo’n ernstig gehoorverlies dat zelfs de krachtigste hoortoestellen onvoldoende voordeel bieden. In dat geval kan een cochleair implantaat (CI) overwogen worden. Een CI is een elektronisch apparaat dat het gehoor van mensen met ernstig tot zeer ernstig gehoorverlies gedeeltelijk kan herstellen. Het bestaat uit twee delen: een chirurgisch geïmplanteerd deel in het binnenoor dat wordt geactiveerd door het verwijderbare externe deel dat buiten het oor wordt gedragen (de audio processor).
Aangezien cochleaire implantatie steeds vaker wordt uitgevoerd bij oudere mensen als gevolg van de stijgende levensverwachting van de wereldbevolking, was het eerste doel van dit doctoraat om inzicht te krijgen in de evolutie van cognitie en levenskwaliteit na cochleaire implantatie bij ouderen. Ouderen met onbehandeld gehoorverlies hebben een 24 procent hoger risico op cognitieve stoornissen en versnelde cognitieve achteruitgang vergeleken met leeftijdsgenoten met een normaal gehoor. Meerdere studies hebben een verbetering van het cognitief functioneren aangetoond na cochleaire implantatie bij ouderen, waaronder eerdere studies van onze onderzoeksgroep. Aangezien weinig van deze studies specifiek de CI gebruikers analyseerden die preoperatief slechte cognitieve resultaten behaalden, richtten het eerste deel en het eerste hoofdstuk van dit proefschrift zich daarop. Onze prospectieve, longitudinale studie toonde aan dat de cognitieve vaardigheden en de spraakperceptie in achtergrondlawaai van oudere CI-gebruikers met slechte preoperatieve cognitieve scores significant verbeterden 12 maanden na cochleaire implantatie. Daarom is cochleaire implantatie over het algemeen niet gecontra-indiceerd bij CI-kandidaten met cognitieve achteruitgang en zou het overwogen moeten worden na een multidisciplinaire evaluatie.
Naast de beoordeling van cognitie en gehoor is het belangrijk om de levenskwaliteit van oudere CI-gebruikers te evalueren om een vollediger beeld te krijgen van de functionele, persoonlijke en maatschappelijke gevolgen van een CI. Daarom werd in het tweede deel van dit proefschrift de levenskwaliteit na cochleaire implantatie bij ouderen besproken. Uit de systematische review in het tweede hoofdstuk blijkt dat in de huidige literatuur een grote verscheidenheid aan methoden en instrumenten wordt gebruikt om de levenskwaliteit bij oudere CI-gebruikers te meten, wat vergelijkingen tussen studies bemoeilijkt. Ziektespecifieke en generieke vragenlijsten waren de meest gebruikte instrumenten om levenskwaliteit op te meten. Ziektespecifieke vragenlijsten zijn ontworpen om de levenskwaliteit van bepaalde patiëntenpopulaties of diagnosegroepen te beoordelen, terwijl generieke vragenlijsten breed toepasbaar zijn voor verschillende ziekten, interventies en populaties. Studies die ziektespecifieke vragenlijsten over levenskwaliteit gebruikten, rapporteerden over het algemeen een verbetering van de levenskwaliteit bij CI-gebruikers, terwijl de uitkomsten van generieke vragenlijsten eerder onduidelijk waren. Deze resultaten wierpen de vraag op of generieke vragenlijsten alleen voldoende gevoelig zijn om veranderingen in levenskwaliteit na cochleaire implantatie te detecteren. Daarom bestond het derde hoofdstuk van dit proefschrift uit een prospectieve, longitudinale, gecontroleerde studie waarbij de generieke Health Utilities Index (HUI)- vragenlijst werd toegepast bij oudere CI-gebruikers. De resultaten toonden aan dat de HUI geschikt is om verschillen tussen normaalhorende controles en oudere CI-gebruikers op te sporen, maar de veranderingen in levenskwaliteit na cochleaire implantatie zou kunnen onderschatten. Daarnaast toonde de prospectieve, longitudinale, gecontroleerde studie in hoofdstuk vier aan dat cochleaire implantatie een significant positief effect heeft op Type D persoonlijkheidskenmerken (d.w.z. negatieve affectiviteit en sociale inhibitie) bij ouderen.
Over het algemeen levert de beoordeling van de levenskwaliteit bij CI-gebruikers problemen op omdat er momenteel geen gestandaardiseerd, alomvattend protocol bestaat voor de evaluatie van CI-uitkomsten. De Internationale Classificatie van het menselijke Functioneren (ICF) zou de basis kunnen vormen van een dergelijk protocol, aangezien het een theoretisch kader en een classificatie biedt voor de beschrijving van menselijk functioneren en beperkingen met behulp van standaardconcepten en -terminologie.
Deel drie beschrijft het tweede doel van dit proefschrift, namelijk de ontwikkeling en implementatie van een ICF-gebaseerd protocol voor CI uitkomstbeoordeling.
In hoofdstuk vijf werd de op het ICF model gebaseerde Work Rehabilitation Questionnaire (WORQ) herzien voor CI-gebruikers. Deze vragenlijst werd gebruikt om een deel van de CI-uitkomsten te meten in het zesde hoofdstuk van dit proefschrift, waarin de implementatiemethode van het ICF model bij CI-gebruikers en de resultaten en voordelen ervan werden behandeld. Onze prospectieve, longitudinale studie was de eerste die een gebruiksklaar protocol voor de beoordeling van CI-uitkomsten op basis van het ICF model voorstelde en toepaste. Het protocol maakt een uitgebreide beoordeling mogelijk van de meest relevante CI-uitkomsten op meerdere gebieden, met
behulp van een nieuwe gestandaardiseerde combinatie van bekende en veelgebruikte meetinstrumenten op het gebied van cochleaire implantatie. Het ICF model zorgt voor een internationaal gestandaardiseerde beschrijving van CI-uitkomsten, waardoor vergelijkingen op groeps- en individueel niveau mogelijk zijn in zowel klinische als onderzoekssettings wereldwijd. Bovendien kunnen de uitkomsten geïnterpreteerd worden door mensen die geen of weinig kennis hebben van de uitkomstmaten en hun scores.
Dit proefschrift verschafte nieuwe inzichten op vlak van de cognitieve vaardigheden en de levenskwaliteit van oudere CI-gebruikers, een groeiende en interessante populatie in ons vakgebied. Daarnaast werden de eerste stappen gezet naar een nieuwe gestandaardiseerde manier om CI-uitkomsten te meten. Onze bevindingen maken de weg vrij voor verdere internationale studies op deze gebieden."