Muziekbeleving
bij CI-gebruikers.
Dit was de titel van de bachelorproef van Lode Leysen aan de Hogeschool PXL te Hasselt (B). Omdat een aantal CI-gebruikers aan dit onderzoek hebben meegewerkt, willen wij ook de resultaten graag met u delen. Uit de literatuurstudie kwam voort dat dragers van een CI vooral belang hechten aan het ritmische aspect van muziek en daarvoor hebben ze vaak een voorkeur voor bas en drum. Door CI gebruikers zelf een muzikale balans te laten aanpassen, werd het mogelijk om de muziekbeleving te verbeteren.
Het besluit van zijn bachelorproef willen wij graag even met u delen:
In deze bachelorproef deed ik onderzoek naar ‘de muziekbeleving met een cochleair implantaat’ en hoe deze ervaring verbeterd kan worden. Om de werking van een cochleair implantaat te begrijpen, was het nodig om eerst de werking van een normaal functionerend oor te bekijken. Er zijn een heel aantal factoren die gehoorproblemen kunnen veroorzaken. Afhankelijk van hoe ernstig de gehoorschade is, wordt er aanbevolen om een hoorapparaat,
een cochleair implantaat of andere toestellen te dragen. Een normaal hoortoestel werkt als een versterker. Een CI daarentegen, neemt de functie van het binnenoor over en prikkelt de gehoorzenuw rechtstreeks. Geluiden klinken helemaal anders door een cochleair implantaat, waardoor muziek onaangenaam kan klinken.
De laatste jaren worden er veel onderzoeken gedaan naar CI’s in combinatie met muziek. Al deze onderzoeken zijn het eens over het feit dat de waarneming van toonhoogte pover is bij het dragen van een CI. Melodieën, zonder toevoeging van een ritmisch element, zijn moeilijk te herkennen. Uit m’n literatuurstudie kwam voort dat dragers van een CI vooral belang hechten aan het ritmische aspect van muziek en hebben daarvoor vaak een voorkeur voor bas en drum. Zou het dan mogelijk zijn om de muziekbeleving te verbeteren door het aanpassen van de muzikale balans?
Dit wilde ik onderzoeken door CI gebruikers zelf een muzikale balans te laten maken. COVID-19 zorgde ervoor dat mijn testen niet fysiek konden doorgaan, waardoor online testen het enige alternatief bleek. Op Bandlab, een online DAW, maakte ik twee sessies: een popnummer met zang en een instrumentaal nummer waarmee men aan de slag kon. Helaas bleek het moeilijk om deelnemers te vinden. Voor de personen die toch interesse toonden,
bleek de online test weer een drempel. Ik kreeg slechts drie valabele resultaten binnen. Om de drempel in de toekomst zo laag mogelijk te houden, is het van belang om de testen in persoon uit te voeren. Deelnemers kunnen beter begeleid worden door het proces en zullen minder geneigd zijn om af te haken eens begonnen.
Met mijn voorlopige resultaten in combinatie met m’n literatuuronderzoek probeer ik om reeds een voorzichtige conclusie op te bouwen voor live engineers. Met de lead vocal telkens als referentie lijkt het vooral van belang om de ritmische aspecten naar de voorgrond te brengen. Bas, drum en percussie moeten een voorkeur krijgen in de akoestische balans. Bij gitaren en synths is het moeilijk om een analyse te maken, omdat dit afhankelijk is van
welke functie ze in een nummer bekleden.
Er is nog verder onderzoek nodig om exacte richtlijnen te kunnen uitschrijven. In de toekomst hoop ik om nog resultaten binnen te krijgen. Het lijkt me ook nodig om de deelnemers een groter aantal nummers voor te schotelen. Dit was nu praktisch niet haalbaar via een online platvorm. De drempel zou nog hoger komen te liggen, wat nu al problemen opleverde. Tijdens dit proces heb ik veel bijgeleerd over cochleaire implantaten en de sociale problemen waar ze soms mee te kampen hebben. Het is jammer dat mijn onderzoek niet kon verlopen zoals verwacht door COVID-19 . Ondanks de vele verschillende contacten die ik legde, bleef grote interesse uit. Anderzijds is dit een uitnodiging voor verder onderzoek.