Verslag van het 14de Europese Symposium over Cochleaire
Implantatie bij kinderen (ESPCI) te Boekarest (Roemenië)
De president van het symposium, professor Luminita Räduslescu, had ons uitgenodigd op een unieke locatie, namelijk in het Roemeense parlementsgebouw, het tweede grootste gebouw ter wereld (na het kasteel van Versailles), een gebouw dat nog dateerde uit het tijdperk van Ceausescu. Het thema van het symposium was ‘Holistic Approach of Cochlear Implanted Children, a Step Closer’ en er waren niet minder dan 1200 deelnemers aanwezig, afkomstig uit 49 landen.
Het symposium startte de presentaties van de 4 CI-firma’s.
*Advanced Bionics stelde zijn nieuwe ‘active insertion monitor (AIM)’ voor, een toestel dat toont en begeleid om de electrode zo precies mogelijk in het slakkenhuis in te brengen. Daarnaast stelden zij hun nieuwe fitting software, de Sound Wave 3.2. voor en de nieuwe mogelijkheden op vlak van streaming, gebruik makend van de Nadia CI-Connect.
*Oticon Medical focuste op de kleinste processor, de Neuro 2, waar nu ook een afstandsmicrofoon kan aan gekoppeld worden gebruik makend van Blue tooth technologie.
Daarnaast hebben zij recent de Ponto 4 op de markt gebracht, het kleinste beengeleidingstoestel dat op de markt is en dat via de Edumic kan verbonden worden met allerlei geluidsbronnen zoals telefoon, laptop, tablet, ringleiding, 2.4 GHz,…
*Cochlear was verheugd om de nieuwe ‘Cochlear Nucleus profile plus serie’ te kunnen voorstellen, het nieuwe implantaat dat MRI-bestendig is tot 3 tesla. Daarnaast stelden zij de binaurale audiostreaming voor zowel voor iPhone als voor Android.
*MED-EL stelde het nieuwe Symphony implantaat voor (waarbij de electrodenbundel in het midden van de computership vertrekt) en de nieuwe Sonnet 2 geluidsprocessor, die via het Audiolink-toestel, kan geconnecteerd worden met een externe geluidsbron gebruik makend van ringleiding, blue tooth, FM, 2.4 GHz, audio kabel,…
Tijdens het symposium waren er een aantal belangrijke keynote presentaties en in parallelsessies honderden korte presentaties en postersessies. Zelf hebben we weinig kunnen deelnemen aan deze paralelsessies, omdat we zelf spreken of gevraagd werden om deel te nemen aan een ronde tafel discussie rond een bepaalde topic.
Keynote speaker Andrej Kral gaf een boeiende presentatie getiteld ‘outcome variability in cochlear implantation: from cochlear anatomy to the connectome model’. In deze presentatie benadrukte professor Kral dat het slakkenhuis van persoon tot persoon kan verschillen, variërend in lengte van 3.5 tot 4.5 mm). Daarnaast kan de afstand van de electrode tot de modiolus ook van persoon tot persoon verschillen. Meer ‘persoonlijke’ electroden en operaties zouden volgens Kral tot nog betere resultaten kunnen leiden.
Wat implantatie bij kinderen betreft, toonde Kral heel duidelijk aan dat het voor de hersenen uiterst belangrijk is dat kinderen heel jong bilateraal geïmplanteerd worden en dit niet alleen voor de ontwikkeling van het ‘horen’ maar ook voor de ontwikkeling van andere hersendelen zoals aandacht, informatieverwerking, werkgeheugen,… want de auditieve cortex heeft de functie van ‘een tandwiel’: als het werkt heeft het invloed op tal van andere hersendelen.
Een andere belangrijke spreekster was Teresa Ching uit Australië die de resultaten besprak van de Australische LOCHI-studie (Longitudinal Outcome of Children with Hearing Impairment) die in 2005 werd opgestart en waarin ondertussen meer dan 400 kinderen met een gehoorverlies longitudinaal zullen opgevolgd worden tot de leeftijd van 16 jaar.
De grootste voorspellers, 5 jaar na implantatie, zijn: de leeftijd van implanteren (best eerste CI tussen 6 en 12 maanden), de performale intelligentie, bijkomende problemen (hebben een negatieve invloed) en de communicatiecode (gebarengebruik leidt tot minder goede ontwikkeling van de gesproken taal). Een uitvoerig rapport verwijzend naar verschillende publicaties uit deze studie kun je hier downloaden.
Ook Sue Archbold gaf een boeiende presentatie getiteld ‘(Paediatric Cochlear Implantation: 30 years and still learning’ over de grote verschuivingen binnen het onderwijs en de revalidtie van CI-kinderen en het feit dat we steeds meer te weten komen over hoe we deze kinderen best begeleiden. Spijtig genoeg, vertelde Archbold, zijn veel te weinig leerkrachten en logopedisten op de hoogte van deze onderzoeksresultaten. Er is dan ook, volgens Archbold, veel behoefte aan bijscholing van het personeel dat deze kinderen begeleidt.
Het 14de ESPCI werd afgesloten met een sessie geleid door Professor Gerry O’Donoghue en waarin alle presidenten van voorgaande ESPCI congressen konden reflecteren op hun werk de voorbije jaren en de uitdagingen naar de toekomst konden verduidelijken. Deze boeiende sessie zorgde ervoor dat nog heel wat deelnemers tot het einde bleven luisteren.
Tot slot werd bekend gemaakt dat het volgende symposium van 25 tot 27 oktober 2021 zal plaatsvinden in Boedapest (Hongarije) en dat het symposium in 2023 zal georganiseerd worden door de CI-teams van Rotterdam en Nijmegen.
Wij wensen onze noorderburen dan ook veel succes met deze organisatie.